Translate

16 juni 2012

Raadselachtige trackers


Volgens Fondsnieuws heeft de Autoriteit Financiële Markten (AFM) de afgelopen periode onderzoek gedaan naar indextrackers. Rabobank en Delta Lloyd maakten recent bekend te stoppen met het aanbieden van synthetische trackers aan particulieren. Dit is op zijn zachts gezegd opmerkelijk.

“In het onderzoek van de AFM is getoetst in hoeverre indextrackers begrijpelijk zijn voor de gemiddelde particuliere belegger. Dit is beoordeeld op grond van de mate van complexiteit van de productstructuren, de inspanning die nodig is om de werking van een indextracker te doorgronden en de toereikendheid van de productinformatie.”

Begrijpelijk
Voor ons is deze stap van de AFM alleszins begrijpelijk. Neem als voorbeeld de u welbekende AEX. De standaard-deviatie van de AEX over de laatste negen jaar is 24,56%. Dat wil zeggen dat normaliter uw index tracker portfolio per jaar gemiddeld zo’n 25% kan stijgen….maar ook kan dalen. Dit geeft echter niet de meest extreme stijging of zeker niet daling weer, zoals zal blijken.

Om in zo’n index als belegger succesvol te zijn is het noodzaak om dit risicoprofiel te verlagen en tegelijkertijd het rendement te doen verbeteren. En om dit te bereiken moeten de uitkomsten van de betreffende portfolio significant afwijken van de index. Een portfolio die met zijn resultatenkwadraat in de buurt van de 100% blijft zal nauwelijks succesvoller kunnen zijn dan de index.

Voorbeeld
De AEX-Gross Return index leverde met de onderstaande resultaten over 2003 tot en met 2011 een standaard-deviatie van 24,56% op.
 

Zoals u ziet is het kwadratisch gemiddelde mogelijke verlies van de standaarddeviatie beduidend anders dan het effectieve grootste verlies : meer dan 50% van de portfolio gaat in 2008 verloren. In feite 2 keer de standaard-deviatie. De befaamde zwarte zwaan. Maar om een verlies van 50% goed te maken moet je daarna 100% terugverdienen. Een feit om als belegger in indextrackers rekening mee te houden.

De gemiddelde uitkomsten van de zes grootste Nederlandse fondshuizen in de AEX: t.w. Achmea, Allianz, BNP-Parisbas, ING, Robeco en SNS kennen een standaarddeviatie van 24,81%, nauwelijks afwijkend dus; de grootst voorkomende daling was Allianz met een verlies van ruim 51% in 2008. Als cross referentie blijkt ook nog eens dat hun R2, lees methodische afwijking, op 99,57% ligt, ofwel nauwelijks afwijkend is van de index met 100%.

Enhanced indexing
De OK-Score AEX portfolio kende in 2008 ook een verlies en wel van 21,3%. Om dat goed te maken is dan maar 27% winst nodig. Omdat de standaarddeviatie van deze portfolio op 15,77% ligt, is de verhouding tussen het grootste verlies en zijn standaarddeviatie maar 1,35 in plaats van 2,01. Omdat als cross referentie de Bèta van de OK-Score met 0,57 zo’n 43% lager ligt dan de AEX-index zelf, staat het in ieder geval vast dat het beleggen in de OK-Score portfolio aanzienlijk veiliger is dan in de index zelf. 

Met een R2 van 79% oftewel 21% methodische afwijking van die index, is de uitspraak “enhanced indexing” – met het door de OK-Score AEX portfolio bereikte resultaat van 154% rendement - zeker op zijn plaats.


Wereldindices
Een woord van waarschuwing is dan ook nodig om klakkeloos indices te volgen. Houd rekening met een zwarte zwaan van 1,5 tot 2 x de standaarddeviatie. Maar dat wist u toch al ? U bent toch belegger ? Toch ?
 

Geen opmerkingen: