Recentelijk was ik te gast bij de VEB. Onderwerp van discussie was de voorspellende kracht van de OK-Score. In overleg met de redacteur van Effect Patrick Beijersbergen was daarbij iets spectaculairs bedacht. Dat spectaculaire was LCI.
LCI, zoals wellicht bekend, ging 17 december 2001 failliet en het zou toch wel bijzonder zijn om te kijken of en zo ja de OK-Score in staat zou zijn geweest om dit faillissement te kunnen voorspellen. Zeker gelet het onderstaande artikel in Accountingweb van 20 februari 2008. Onder toezicht van Beijersbergen (sic!) zouden de jaarcijfers van LCI vanaf 1995 in het OK-model worden ingevoerd. Aansluitend zou worden bepaald of en zo ja en vanaf waneer de OK-Score dit faillissement zou hebben voorzien.
ARTIKEL ACCOUNTINGWEB 20.2.2008
PwC onder vuur na LCI rapport ondernemingskamer
De Ondernemingskamer oordeelt keihard over de gang van zaken voorafgaand aan het faillissement van IT-bedrijf LCI Technology. Bestuursvoorzitter Sam Asseer en de raad van commissarissen hebben in hun onderlinge houding "gedisfunctioneerd", aldus de Ondernemingskamer in een maandag vrijgegeven rapport.
De Vereniging van Effectenbezitters (VEB) noemt het rapport in een reactie ontluisterend. Dit onderzoek kwalificeert zich op alle fronten voor het ingaan van de tweede fase van het onderzoek, het vaststellen van wanbeleid, zegt hoofd juridische zaken Paul Coenen van de VEB.
Enquêteverzoek
De VEB diende in 2004 een enqueteverzoek in bij de Ondernemingskamer van het gerechtshof in Amsterdam. LCI Technology ging op 17 december 2001 failliet na een miljoenenfraude bij het Oostenrijkse dochterbedrijf CCW. Volgens de VEB was er echter al lang veel mis met de onderneming. Volgens het onderzoek van de Ondernemingskamer is de ondergang van LCI in de eerste plaats veroorzaakt door de grootschalige fraude bij de Oostenrijkse dochters. Ook de "zeer aanzienlijke" investeringen in de ontwikkeling van de Smartpen zijn een bedreiging voor de continuïteit gaan vormen.
Paradepaardje
De Smartpen was het paradepaardje van LCI. Dit product, dat nooit op de markt is gekomen, kon handtekeningen herkennen en werd voorgesteld als de beste beveiligingsstandaard. Volgens de Ondernemingskamer was LCI niet groot en bij lange na niet financieel sterk genoeg om de uit-ontwikkeling en het vermarkten van de pen op eigen kracht tot een goed einde te brengen. LCI stond aan de vooravond van de surséance onder eenhoofdige leiding van directeur Sam Asseer. De Ondernemingskamer oordeelt hard over zijn beleid. Hij zou niet met het bedrijf mee-ontwikkeld zijn tot een evenwichtig bestuurder en hij lichtte de commissarissen niet verder en niet eerder in dan het hem uitkwam. Hij heeft de commissarissen dan ook "vitale informatie" onthouden.
Assertiviteit
Waar het de commissarissen volgens het rapport aan heeft ontbroken is de juiste mate van assertiviteit. Ze waren geïntimideerd door een directeur met toch wel een heel mooi trackrecord en hebben te laat ingegrepen. Als de Ondernemingskamer wanbeleid vaststelt, overweegt de VEB een civiele procedure tegen de bestuurder en commissarissen van LCI evenals de huisaccountant PricewaterhouseCoopers (PwC). De accountant heeft zijn handtekening onder de jaarrekeningen gezet, aldus Coenen van de VEB. Ook de Ondernemingskamer heeft zich verbaasd over de rol van PwC, maar heeft onvoldoende onderzoek kunnen doen om hieraan beschuldigingen te verbinden.
De VEB heeft het enquêteverzoek namens negentien partijen ingediend, waarna in totaal 2100 beleggers zich achter het verzoek hebben geschaard. Een mogelijke claim zal in de richting komen van de 300 miljoen euro aan beurswaarde die indertijd in rook is opgegaan, aldus Coenen.
De OK-Score
Normaliter verwacht je dat je dat de gastheer zal zorg dragen voor de betreffende jaarstukken; zij hebben er namelijk een belang bij. Vooraf had ik intuïtief de jaarboeken van de Nederlandse Ondernemingen - [uitgave Tijdmedia - o.a. ISBN 90-6043-(691-1) en (002-6] meegenomen alwaar op blz. 132 resp. 285 samenvattingen staan van de jaarstukken van LCI. Deze ingeving was niet verkeerd : men had zich op geen enkele manier voorbereid zodat inderdaad op de jaarboeken moest worden teruggevallen, met de daaraan gekoppelde beperkingen dat b.v. op grond van de wijziging van boekjaren slechts de boekjaren 1995 - 1998 konden worden ingevoerd. Desalniettemin werden in het zogenaamde nul-model de cijfers (voorgelezen en direct na iedere invoer gecontroleerd) door Beijersbergen. Een en ander stond onder toezicht van een door mij ingehuurde externe advocaat om altijd de getrouwheid van het één en ander te kunnen bevestigen en de VEB, of in het verlengde daarvan Beijersbergen - fervent criticus van de OK-Score - zich hier niet van kan distantiëren.
De uitkomst was als volgt.
Over het boekjaar 1997 : OK-Score 9 lees zorgwekkende zekerheid, substantiële verbeteringen zijn direct nodig. Expansie met vreemd vermogen niet meer mogelijk.
Over het boekjaar 1998 : OK-Score 10 lees fase van desoriëntatie en desintegratie. Keuzes zijn rigoureus ingrijpen, desinvesteren, deel-liquidaties of nieuw eigen vermogen. De situatie kan óók binnen één tot drie jaar fataal worden. Bij een tweede achtereenvolgende Klasse 10 waardering kan de situatie binnen één tot twee jaar fataal worden en bij een derde achtereenvolgende 10 klassering zelfs binnen één jaar.
Let wel : de onderneming gaat op 17 december 2001 failliet. Over de jaarcijfers 1998 ofwel begin 1999 gaan alle alarmbellen van de OK-Score al af. Dat is 2,5 jaar vóór dato.
Zo werd het toch nog een interessante middag alhoewel u de VEB er, conform mijn stringente afspraken met Jan Maarten Slagter, niet verder over zult horen.
NB : Journalisten en wetenschap zijn altijd uitgenodigd om dezelfde test nogmaals uit te voeren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten